(1856 - 1922)
Willem Cornelis Rip volgde een opleiding tot lithograaf bij Fa. Zijdeman en Musly (1870) en in de avonduren de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam; kreeg adviezen van R. van Eysden, portretschilder en docent aan de academie; studeerde in München bij de bekende schilder Carl Piloty (ca. 1880) Periode in de regio: bezocht de regio enkele malen, in ieder geval in de periode 1911-1913 Genre en techniek: litho’s, tekeningen, schilderijen en aquarellen; vooral landschappen, polders met vaarten en meertjes, en stadsranden met molens namen een speciale plaats in; wordt beschouwd als een begaafd aquarellist, het werk is impressionistisch Zijn voorkeur ging uit naar landschappen met veel water en mooie luchten erboven. Rip wilde zich niet beperken tot het schilderen van slechts één streek of één type landschap, hoe mooi dit ook kon zijn. Hij vond dat de indrukken van een schilder altijd fris moesten zijn en dat een kunstenaar zichzelf voortdurend moest vernieuwen door op zoek te gaan naar nieuwe verrassende stukjes natuur Behoorde tot de Haagse School. Hij schilderde vooral polderlandschappen, meertjes en poldervaarten. Zijn kracht ligt in zijn ruimtegevoel en in zijn luchten met een zon die door het wolkendek heenbreekt.