(1868 - 1958)
Marie Engelina van Regteren-Altena, werd geboren te Amsterdam. Haar ouders verhuisden naar Apeldoorn waar zij niet kon wennen en keerde terug naar Amsterdam. Zij werd leerlinge van G.J.H. Poggenbeek (1886), en later ging zij studeren aan de Rijksacademie tussen 1893 en 1896 o.l.v. prof. Allebé, Dake en van M.van der Valk. Later ging zij weer terug naar het ouderlijk huis in Apeldoorn, waar zij een atelier had in de tuin. Dit atelier heeft zij later, na het overlijden van haar ouders, overgebracht naar Hoog Soeren, waar zij 25 jaar lang haar stillevens en bloemen schilderde. In de winter woonde en werkte zij te Amsterdam waar zij een gewilde gast was op de tentoonstellingen van Arti en St. lucas. Zij maakte verder studiereizen onder andere naar Rome, Praag, Zuid-Frankrijk. Zij schilderde, aquarelleerde en tekende veel stillevens en bloemen. Zij was lid van 'Arti et Amicitiae', 'St.Lucas' en 'Pulchri Studio' in Den Haag. Zij gaf les aan M.E. Cremers en E.C.H. Eversdijk Smulders. Bekend is zij tevens als lid van de Amsterdamse Joffers. Tentoostellingen: Amsterdam 1903, Boymans van Beuningen Rotterdam, In het Centraal Museum te Utrecht; stilleven met boeken en prenten en in het Singer Museum te Laren; Larense boerin. Werken zijn ondermeer gekocht door het Rijk en Haags Gemeentemuseum. Er werd door haar ook in het buitenland geexposeerd onder andere in Wenen, Venetië, Barcelona en Edinburgh.